Van een
redelijk bekwaam en redelijk handelende verzekeringsadviseur mag tegenwoordig
worden verwacht dat hij ervoor zorgt dat de belangen van de verzekeringnemer,
zijn klant, zijn gewaarborgd. De verzekeringsadviseur is verplicht om van tijd
tot tijd aandacht te besteden aan de verzekeringen die hij in portefeuille
heeft, zo oordeelde de Geschillencommissie van het KiFiD recentelijk.
De omvang
van die verplichting hangt af van wat de consument en de financieel
dienstverlener hebben afgesproken en de omstandigheden van het geval, zoals de
aard van de verzekering en de omvang van de provisie. Met het versturen van
slechts algemene berichten, gericht op het besparen op de hypotheeklasten,
voldoet de adviseur niet aan die zorgplicht.
Het
bovenstaande brengt, aldus de geschillencommissie, met zich dat de adviseur
tekort geschoten is in zijn zorgplicht, indien hij de consument de afgelopen
jaren niet heeft gewezen op de ontwikkeling in de markt van steeds lagere
premies voor overlijdensrisicoverzekeringen. De consument had al veel eerder
zijn overlijdensrisicoverzekering kunnen voortzetten tegen een lagere premie.
De financieel adviseur dient, aldus deze niet bindende uitspraak van de
Geschillencommissie, de door de consument teveel betaalde premie te vergoeden.
Ondanks het
feit dat de uitspraak (GC 2018-339) in deze klacht tegen de financieel adviseur
niet bindend was, heeft de financieel adviseur kenbaar gemaakt de uitspraak van
het KiFiD wel op te volgen.
Overigens
staat tegen deze uitspraak geen hoger beroep bij het KiFiD open. Wel kunnen
partijen nog naar de civiele rechter.
Bovengenoemde
uitspraak van de Geschillencommissie is in lijn met eerdere uitspraken en
bevestigt dat het klantbelang centraal stellen steeds meer de norm is.