Woekerrente aan een consument proberen te berekenen? Niet doen. De zogenaamde richtlijn 93/13/EEG zi...
Website     |     Nieuws     |     Contact

Woekerrente aan een consument proberen te berekenen? Niet doen.

Telefoon
0313 71 20 20

E-mail
info@advocatenkantoor-dka.nl
Website
www.advocatenkantoor-dka.nl

Woekerrente aan een consument proberen te berekenen? Niet doen.

De zogenaamde richtlijn 93/13/EEG ziet op zogenaamde oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Met de richtlijn worden consumenten in de EU beschermd tegen oneerlijke bedingen in overeenkomsten met een ondernemer die niet afzonderlijk zijn uitonderhandeld.

 

Volgens deze richtlijn wordt een beding als oneerlijk beschouwd op het moment dat daarmee het evenwicht uit de tussen een consument en een verkoper gesloten overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk worden verstoord.

 

Deze richtlijn is ook van toepassing op huurovereenkomsten voor woonruimte, indien de overeenkomst is gesloten tussen een verhuurder die handelt in het kader van zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit en een huurder die handelt als consument.

 

Volgens het Hof van Justitie van de Europese Unie moet deze richtlijn zodanig worden uitgelegd (ECLI:EU:C:2021:68) dat een verkoper die de consument een beding heeft opgelegd dat door de nationale rechter oneerlijk is verklaard, en dus op grond van de richtlijn niet geldt, geen aanspraak kan maken op de in een bepaling van aanvullend recht vastgestelde wettelijke schadevergoeding die zonder dat beding van toepassing zou zijn geweest.

 

Wat betekent het bovenstaande juridisch kader nu, indien een verhuurder meent recht te hebben op betaling van de achterstallige huurpenningen door huurder, indien is overeengekomen een rente van 2% per maand bij te late betaling?

 

Bij een uitspraak van 24 maart 2021 (ECLI:NL:RBNHO:2021:3253) diende de Rechtbank Noord-Holland daarover een oordeel te vellen.

 

De rechter was van mening dat een dergelijke rente zodanig veel hoger is dan de geldende wettelijke rente, dat sprake is van een oneerlijk beding. De door de verhuurder gevorderde afgesproken rente is door de rechter dan ook afgewezen. Ook heeft de verhuurder volgens deze rechter geen aanspraak op wettelijke rente, nu dat de uitwerking van bovengenoemde richtlijn is.

 

Alhoewel de verhuurder dus recht had op betaling van achterstallige huurpenningen door de huurder, trok de rechter een streep door welke renteaanspraak dan ook.

 

Het bovenstaande betekent (dus) dat bovengenoemde richtlijn in het achterhoofd gehouden dient te worden bij het maken van afspraken over eventueel verschuldigde rente, het zogenaamde rentebeding. Onredelijke (boete)bedingen dienen dan ook niet te worden opgenomen, nu de kans bestaat dat een rechter daar integraal een streep door trekt.

 

Terugvallen op de reguliere wettelijke uitgangspunten, zo leert bovengenoemde uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, kan dan niet meer.