Het KiFiD heeft naar aanleiding van een
door een consument op 30 oktober 2019 ingediende klacht tegen een verzekeraar
op 1 juli 2020 een niet bindend advies gegeven. Bij bovengenoemde uitspraak
herhaalt het KiFiD dat het niet doorsturen van toepasselijke voorwaarden door
de adviseur aan de consument voor rekening komt van de verzekeraar.
Wat was er aan de hand?
De consument heeft, met tussenkomst van
een adviseur, bij de verzekeraar een inboedelverzekering afgesloten. Op de
verzekering zijn algemene voorwaarden van toepassing. Die voorwaarden luiden,
voor zover van belang:
“(…)
Welke
risico’s zijn verzekerd?
Deze verzekering
geldt voor de volgende risico’s:
(…)
/ Diefstal of een poging hiertoe;
Er moeten sporen van (in-)braak zijn. Er is een eigen risico van € 250,- per
gebeurtenis. Wordt inboedel uit een bijgebouw of schuur gestolen? Dan vergoeden
wij maximaal € 500,-.
(…)”
Op 14 oktober 2018 heeft er een diefstal
plaatsgevonden in de woning van de consument. Daarbij werd de televisie, geld,
sieraden, een mobiele telefoon en schoenen weggenomen. Van deze diefstal is
aangifte gedaan bij de politie.
Uit het door de politie opgemaakte
proces-verbaal blijkt dat de consument heeft verklaard dat hij de sleutels van
zijn woning in de brievenbus heeft laten zitten. Verder heeft hij verklaard dat
hij braaksporen heeft aangetroffen aan de deur en de deurpost.
Op 16 oktober 2018 heeft de consument
geconstateerd dat er ook was ingebroken in zijn kelderbox. Ook daarvan is
aangifte gedaan.
De consument heeft vervolgens een claim
bij de verzekeraar ingediend. Daarop heeft de verzekeraar een expert
ingeschakeld. Deze expert heeft in zijn expertiserapport verklaard, voor zover
van belang:
“Toedracht
Inbraak 1: 14 oktober 2018
Verzekerde was even naar zijn auto gelopen en heeft zijn sleutelbos even op de
gemeenschappelijke toegangsdeur laten zitten. Onbekende daders hebben de
sleutels bemachtigd en hebben hoogstwaarschijnlijk hiermee de voordeur van de
woning op de derde verdieping geopend en diverse inboedelzaken ontvreemd. Er zijn
door ons geen braaksporen waargenomen.
Inbraak
2: 16 oktober 2018
Onbekende daders hebben de deur van de berging (behorende bij de woning)
opengebroken en hebben een uitdeukset ontvreemd. Braaksporen zijn door ons
waargenomen.”
De verzekeraar wijst vervolgens de claim
van de consument af. Daarbij verwijst de verzekeraar naar de algemene
voorwaarden.
De consument is het daarmee niet eens,
nu hij stelt deze voorwaarden niet te hebben ontvangen. De consument beroept
zich dan ook op vernietigbaarheid van de voorwaarden. Of anders gezegd: omdat
de consument de voorwaarden niet voor of tijdens het sluiten van de
overeenkomst ter hand gesteld zouden zijn, trekt hij een streep door de inhoud
daarvan.
De verzekeraar geeft aan dat de
toepasselijke voorwaarden naar de adviseur van de consument zijn verzonden.
Niet blijkt echter dat die adviseur die voorwaarden voor of tijdens het sluiten
van de overeenkomst de consument ter hand gesteld heeft.
De consument meent dan ook dat de
voorwaarden niet op de voorgeschreven wijze aan hem zijn verstrekt.
Het KiFiD schrijft in 4.3 van haar
oordeel:
“Uit
de stukken in het dossier blijkt niet dat Consument aan Verzekeraar toestemming
heeft gegeven om het adres van zijn adviseur te gebruiken voor de toezending
van de Voorwaarden. Verzekeraar voert aan dat hij ervan mocht uitgaan dat de
Voorwaarden doorgestuurd zouden worden door de adviseur van Consument, maar het
risico dat de adviseur de Voorwaarden niet doorstuurt, mag niet voor rekening
van Consument komen. Zie randnummer 4.1.6 van de uitspraak Commissie van Beroep
Kifid 2010-011. Ook uit de wetsgeschiedenis blijkt dat een verzekeraar niet kan
volstaan met een toezending van de verzekeringsvoorwaarden aan een
assurantietussenpersoon (Kamerstukken I 2008/09,
31358, C, p. 3 en 10 en r.o. 3.7 van de uitspraak van de Rechtbank
’s-Hertogenbosch
21 maart 2012, ECLI:NL:RBSHE:2012:BV9069, te raadplegen op www.rechtspraak.nl).”
Verder staat het KiFiD stil bij de vraag
of sommige bepalingen in de algemene voorwaarden zogenaamde kernbedingen zijn.
Dergelijke bedingen kunnen door aanbod en aanvaarding deel uitmaken van de
verzekeringsovereenkomst zelf, maar in deze blijkt het KiFiD van aanvaarding
door de consument daarvan niet. Het KiFiD oordeelt dat het beding waarin is
opgenomen dat om aanspraak te kunnen maken op dekking sprake moet zijn van
braaksporen en dat er een hoger eigen risico geldt voor bijgebouwen is aan te
merken als een zogenaamd kernbeding.
Tenslotte is het KiFiD van mening dat
het polisblad vermeldt dat de verzekering een inboedelverzekering betreft. Ook
wordt op het polisblad de door de verzekeringnemer te betalen premie vermeld.
De verzekering is daarmee, aldus het KiFiD in deze uitspraak, voldoende
bepaald.
Kort en goed: wat
betreft de algemene voorwaarden die in de voorwaarden zijn opgenomen oordeelt
het KiFiD dat deze krachtens artikel 6: 233 aanhef onder b BW en artikel 6: 231
BW vernietigbaar zijn, omdat deze niet ter hand zijn gesteld. De verzekeraar
heeft dan ook ten onrechte daarnaar verwezen en dient alsnog dekking te
verlenen.