Toepassing beslagvrije voet bij beslag op toeslag Volgens het Gerechtshof Den Haag zou het niet moge...
Website     |     Nieuws     |     Contact

Toepassing beslagvrije voet bij beslag op toeslag

Telefoon
0313 71 20 20

E-mail
info@advocatenkantoor-dka.nl
Website
www.advocatenkantoor-dka.nl

Toepassing beslagvrije voet bij beslag op toeslag

Volgens het Gerechtshof Den Haag zou het niet mogelijk zijn om de beslagvrije voet toe te passen bij beslag op huur- of zorgtoeslag. Veel deurwaarders volgen dat arrest, waardoor schuldenaren onder het bestaansminimum worden gebracht. De roep om een ander oordeel, nu de Hoge Raad deze knoop nog niet heeft doorgehakt, wordt steeds luider. De Rechtbank Noord-Nederland oordeelde op 10 oktober 2017 dan ook anders, en oordeelde in die uitspraak dat de beslagvrije voet van toepassing was op de vordering van de schuldenaar op de Belastingdienst / Toeslagen ter zake de zorgtoeslag.

 

De Kantonrechter van de Rechtbank Gelderland is bij uitspraak van 31 januari 2018, anders dan het Gerechtshof Den Haag, eveneens van mening dat het leggen van beslag op die toeslag niet past.

 

Artikel 45 van de Awir luidt:

“1. Een tegemoetkoming is niet vatbaar voor vervreemding, verpanding, belening of beslag, waaronder begrepen beslag ingevolge faillissement of toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, tenzij het betreft beslag wegens:

a.   een vordering tot nakoming van een betalingsverplichting wegens een geleverde prestatie waarbij de betalingsverplichting ter zake van die prestatie oorzaak is voor de tegemoetkoming;

b.   (…)

2. Elk beding dat strijdt met het eerste lid is nietig.”

 

Net als de Kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland is de Kantonrechter van de Rechtbank Gelderland van oordeel dat het doel en de strekking van bovengenoemd artikel niet in de weg hoeven te staan, dan wel strijdig hoeven te zijn met het verbinden van een beslagvrije voet aan de zorgtoeslag. Zo schrijft de Kantonrechter in 4.6 en 4.7 van de beschikking van 31 januari 2018:

 

“4.6. De Kantonrechter acht in dit verband van doorslaggevend belang dat in het onderhavige geval niet hoeft te worden gevreesd dat de zorgtoeslag van [rechthebbende] niet wordt aangewend voor het doel waarvoor die is verleend, nu de lopende zorgpremies in dit geval al via de bronheffing door het CAK worden ingehouden op de uitkering van [rechthebbende] en op die manier rechtstreeks aan de zorgverzekeraar ten goede komen. Bovendien heeft (toenmalig) staatssecretaris Teeven in zijn brief aan de waarnemend Ombudsman van 13 maart 2014,  kenmerk 477873, op p. 3/4 bevestigd dat de schuldenaar bij onvoldoende middelen om in zijn bestaan te voorzien de kantonrechter kan verzoeken de beslagvrije voet toe te passen op de zorg- en/of huurtoeslag. In de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet (Stbl. 2017, 110), waarvan de inwerkingtreding is voorzien in 2018 (uiterlijk op 1 januari 2019), zal de beslagvrije voet direct van toepassing zijn op de huur- en zorgtoeslag.

 

4.7. Onder al deze omstandigheden is er naar het oordeel van de kantonrechter voldoende aanleiding om de beslagvrije voet conform de artikelen 475b en 475d Rv op de zorgtoeslag van [rechthebbende] van toepassing te verklaren en de beslagvrije voet ingevolge artikel 475f Rv. Voor [rechthebbende] opnieuw vast te stellen en uit te breiden zoals hij [de bewindvoerder] verzocht. Een ander oordeel zou er immers in dit geval toe kunnen leiden dat door het beslag op de zorgtoeslag nieuwe schulden ontstaan, hetgeen in strijd is met de gedachte achter de beslagvrije voet.”

 

De suggestie aan de Kantonrechter om over deze kwestie prejudiciële vragen aan de Hoge Raad te stellen, kort gezegd, de Hoge Raad om zijn oordeel te vragen, legt de Kantonrechter naast zich neer.

 

De roep om het bestaansminimum van schuldenaren meer te waarborgen lijkt steeds luider te worden en inmiddels ook in rechte steeds vaker gehoord te worden.