Wanneer een betalingsregeling niet (tijdig) wordt nagekomen, komt in
veel gevallen op basis van diezelfde regeling die afspraak te vervallen. In het
algemeen reden om te dagvaarden. Maar met een gerechtelijke procedure, een
uitspraak en zelfs beslag lopen de kosten alleen maar verder op, terwijl daar
vaak geen geld voor is. Een kantonrechter van de Rechtbank Limburg was van
mening dat een dergelijk formele benadering niet past. Iemand die een
betalingsregeling lange tijd keurig nakomt, en vervolgens gaat er iets mis, mag
volgens deze rechter niet zomaar in rechte betrokken worden. Hieronder wordt op
die uitspraak ingegaan. Advocatenkantoor DKA kent de regels van het incassotraject.
Graag staat Advocatenkantoor DKA u met de inning van niet betaalde facturen
terzijde.
De kantonrechter in bovengenoemde zaak is van mening dat de opstelling
van de schuldeiser, een zorgverzekeraar, en/of degene die die verzekeraar
bijstond, te formeel was en niet gericht op een oplossing van een reëel
probleem. In ieder geval werd onvoldoende oog voor het evidente belang van een
in een afhankelijke schuldpositie verkerende maar onmiskenbaar, aldus deze
rechter, coöperatieve verzekerde gehouden. Ook werden de nodige vraagtekens
geplaatst bij de zorgvuldigheid waarmee deze verzekeraar haar klanten benadert.
De rechter geeft de verzekeraar meerdere spreekwoordelijke tikken op de
vingers. Niet alleen verwijt deze rechter de verzekeraar en/of haar gemachtigde
de verzekerde ten onrechte in rechte betrokken te hebben, maar gaat er
processueel ook het nodige mis. Het gebrek aan redelijke noodzaak, aldus deze
rechter, van het doen uitbrengen van de dagvaarding aan de verzekerde krijgt
extra inkleuring door na te gaan of de verzekeraar wel aangetoond heeft dat ten
tijde van de dagvaarding sprake was van betalingsverzuim van de verzekerde. De
door de gemachtigde deurwaarder namens de verzekeraar gezonden
betalingsherinnering is in ieder geval niet als ingebrekestelling aan te merken
en bevat ook niet de boodschap dat de betalingsregeling is komen te vervallen.
De rechter is dan ook van mening dat de verzekeraar de verzekerde ten
onrechte in rechte betrokken had en dient de proceskosten niet alleen van
zichzelf, maar ook van de verzekerde, te dragen.
Uit het bovenstaande blijkt dat rechters steeds meer oog hebben voor de
maatschappelijke positie van partijen. Deze rechter was dan ook van mening dat
het op de weg van de verzekeraar had gelegen, toen de verzekerde de getroffen
regeling, na deze eerst geruime tijd keurig te hebben nagekomen, niet meer
nakwam, om opheldering te vragen en de verzekerde in de gelegenheid te stellen
de fout, het niet tijdig nakomen van de getroffen regeling, recht te zetten.
Ook blijkt uit dit vonnis maar weer eens dat procederen op basis van
‘sjablonen’ niet zonder risico is.