De Rechtbank Noord-Holland heeft recentelijk een discussie over het al of
niet moeten inleveren van een leaseauto welke aan een werknemer ter beschikking
was gesteld beslecht. Wat was er aan de hand?
De werkgever wenste dat de werknemer de sinds 2003 ter beschikking
gestelde leaseauto, die ook privé werd gebruikt, inleverde. De werknemer vond
echter dat sprake was van een arbeidsvoorwaarde, waarop de werkgever niet
zomaar kon terugkomen.
Ondanks het feit dat de kantonrechter het met de werknemer eens is dat
sprake is van een arbeidsvoorwaarde, vindt de rechter dat deze voorwaarde, nu
in de arbeidsovereenkomst een eenzijdig wijzigingsbeding is opgenomen, mag
worden gewijzigd. De werkgever heeft daarvoor een voldoende zwaarwegend belang
een streep door die leaseafspraak te trekken. De kantonrechter weegt daarbij
mee dat het financieel niet goed gaat met de onderneming van de werkgever, de
werknemer minder dan vroeger zakelijke kilometers dient te rijden en door het
niet meer ter beschikking stellen van de leaseauto een forse besparing kan
worden gerealiseerd.
Het belang van de werknemer moet dan ook naar maatstaven van
redelijkheid en billijkheid wijken.
Ter zitting geeft de werknemer te kennen dat hij de leaseauto met name
wenst te behouden omdat hij die auto privé mag gebruiken en hij geen kosten
hoeft te maken voor de aanschaf en het gebruik van een eigen auto. Anderzijds
valt voor de werknemer de fiscale bijtelling weg en krijgt hij een reguliere
reiskostenvergoeding. Daarnaast stelde de werkgever een afbouwregeling voor,
waarbij de werkgever de werknemer compenseerde in het verlies van zijn
leaseauto.
Overigens gaat de kantonrechter in de uitspraak ook nog in op de vraag
of, als geen eenzijdig wijzigingsbeding was opgenomen, de uitkomst anders zou
zijn geweest. De kantonrechter vindt van niet. Op basis van de verplichtingen
van een goed werkgever en een goed werknemer zou namelijk dezelfde conclusie
worden getrokken.
De kantonrechter overweegt:
“Bij deze beoordeling gaat het om de vraag
of sprake is van een wijziging van omstandigheden waarin de werkgever
aanleiding heeft kunnen vinden tot het doen van een voorstel tot wijziging van
de arbeidsvoorwaarden, en of het door hem gedane voorstel redelijk is (zie de
uitspraak van de Hoge Raad van 11 juli 2008, gepubliceerd op
www.rechtspraak.nl, onder nummer ECLI:NL:HR:2008:BD1847 (Stoof/Mammoet)). In dat kader moeten alle
omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen, waaronder de aard
van de gewijzigde omstandigheden die tot het voorstel aanleiding hebben gegeven
en de aard en ingrijpendheid van het gedane voorstel. Ook van belang is de
positie van de betrokken werknemer en zijn belang bij het ongewijzigd blijven
van de arbeidsvoorwaarden. Vervolgens moet nog worden onderzocht of aanvaarding
van het door de werkgever gedane redelijke voorstel in het licht van de
omstandigheden van het geval in redelijkheid van de werknemer gevergd kan
worden.”
Indien de rechter deze norm op dit geschil toepast, komt de rechter tot
het oordeel dat het voorstel van de werkgever redelijk was en dat de werknemer
dat voorstel linksom, of rechtsom had dienen te aanvaarden.
Kort en goed: ook al weigert een werknemer in eerste instantie zijn
leaseauto in te leveren, is het argument dat sprake is van een
arbeidsvoorwaarde niet per definitie doorslaggevend. Dit is zelfs niet anders,
indien geen eenzijdig wijzigingsbeding in de arbeidsovereenkomst is opgenomen.