De Rechtbank Noord-Holland trekt in haar
vonnis (ECLI:NL:RBNHO:2021:3384) van 19 april 2021 een streep door de annuleringskosten
welke een particuliere school een student in rekening bracht.
Deze student had zich ingeschreven voor
een studie bij een particuliere onderwijsinstelling, maar bedacht zich ruim
voor de start van het collegejaar in september.
In de algemene voorwaarden van die
particuliere school staat dat een student bij opzegging na 1 juli in beginsel
25% van het collegegeld moet betalen. Omgerekend zou dat volgens die school
€ 4.850,00 zijn. Die kosten zagen, aldus de particuliere school, op de
voorbereiding van de opleiding. De school vindt dat ook redelijk.
De rechter denkt daar echter anders
over.
Volgens de rechter gaat het om een zodanig
hoog bedrag aan annuleringskosten dat ruim voor de start van het collegejaar
betaald zou moeten worden, dat eigenlijk geen reële mogelijkheid tot opzegging
aanwezig is. Dat laatste is in strijd met de wet. De rechter trekt dan ook een
streep door de in de visie van de rechter oneerlijke annuleringsbepaling.
De school kan, aldus deze rechter, ook
onvoldoende de voorbereidingskosten onderbouwen.
De rechter vindt het verder niet geloofwaardig
dat de meeste kosten van een opleiding zitten in de voorbereidingen die
plaatsvinden voor 1 juli, terwijl het collegejaar meer dan twee maanden later
pas begint.
Daarnaast heeft de annulering zodanig tijdig
plaatsgehad, dat de school naar alle waarschijnlijkheid het ontstane gat gevuld
ziet door aanmelding van een andere student.
Kort en goed: de student welke zich
bedacht hoeft de school niets te betalen.
Het bovenstaande leert dat bij het opstellen
van algemene voorwaarden het wettelijk kader niet uit het oog verloren dient te
worden.