Rupsje Nooitgenoeg en de deksel op de neus Bij een recent arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuward...

Rupsje Nooitgenoeg en de deksel op de neus

Bij een recent arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2019:9272) trok het Gerechtshof een streep door de eerder door de kantonrechter aan een ontslagen docente toegekende billijke vergoeding van € 160.000,00.

 

De kantonrechter was van mening dat de school ernstig verwijtbaar had gehandeld, omdat zij de verhouding tussen partijen onnodig op scherp zou hebben gezet. Daardoor zou een verdere samenwerking onmogelijk zijn geworden. De ontslagen docente kreeg een billijke vergoeding van € 160.000,00.

 

De school legde zich bij die uitspraak neer. De docente was echter van mening dat een billijke vergoeding van € 160.000,00 de lading nog niet dekte. Zij wilde meer. Veel meer. Zij vorderde in de door haar aanhangig gemaakte hoger beroepprocedure een billijke vergoeding van € 710.223,87 bruto en € 38.000,00 netto als billijke vergoeding in plaats van herstel van de arbeidsovereenkomst.

 

Nu de school toch in de procedure betrokken is, vordert de school, vrij vertaald, het grotendeels terugdraaien van het eerdere oordeel van de kantonrechter.

 

De docente voert in de hoger beroepprocedure aan dat de school doelbewust heeft aangestuurd op een verstoorde arbeidsverhouding en dat de kantonrechter bij het bepalen van de hoogte van de billijke vergoeding bepaalde omstandigheden onvoldoende heeft meegewogen. Ook is de docente van mening dat ten onrechte geen smartegeld is toegekend.

 

Alles afwegende komt het Gerechtshof, anders dan de kantonrechter, tot het oordeel dat de diverse door de docente aan de school gemaakte verwijten niet zodanig ernstig zijn, dat sprake is van het doelbewust aansturen op een verstoorde arbeidsverhouding. Sterker: het Gerechtshof vond dat de docente verre van constructief, respectloos en nodeloos confronterend was geweest. Zo werd in het arrest door het Gerechtshof geciteerd dat de docente tijdens de mondelinge behandeling uitdrukkelijk kenbaar maakte dat zij met iedereen door een deur kan, behalve met “die mensen hier”, waarmee de docente de vertegenwoordigers van de school bedoelde.

 

Het Gerechtshof gaat dan ook niet alleen niet mee in de aanvullende eis van de docente, maar oordeelt dat de docente de ontvangen billijke vergoeding van € 150.000,00 bruto met wettelijke daarover vanaf de 14e dag na de uitspraak dient terug te betalen. Ook wordt de docente in de proceskosten veroordeeld.

 

Rupsje Nooitgenoeg kreeg (dus) de spreekwoordelijke deksel op haar neus.