Privé-opnames vennoot vallen onder derdenbeslag De Hoge Raad heeft op 23 april 2021 geoordeeld dat ...
Website     |     Nieuws     |     Contact

Privé-opnames vennoot vallen onder derdenbeslag

Telefoon
0313 71 20 20

E-mail
info@advocatenkantoor-dka.nl
Website
www.advocatenkantoor-dka.nl

Privé-opnames vennoot vallen onder derdenbeslag

De Hoge Raad heeft op 23 april 2021 geoordeeld dat privé-opnames die een vennoot doet ten laste van de vennootschap onder firma waarin hij firmant is, kunnen vallen onder een eerder gelegd derdenbeslag.

 

In de vennootschapsakte stond te lezen: “Ieder der vennoten zal periodiek voor privé-gebruik een in onderling overleg te bepalen bedrag uit de kas der vennootschap mogen opnemen”.

 

De firmant was van mening dat het beslag onder de vennootschap onder firma die privé-opnames niet raakte, nu, kort gezegd, die betalingen pas werden verricht nadat deze firmant zijn wilsrecht tot de privé-opnames had uitgeoefend. De firmant was van mening dat dat relevant was, omdat de Hoge Raad in het kredietruimte-arrest van alweer 29 oktober 2004 had bepaald dat beslag niet mogelijk was op kredietruimte, welke door uitoefening van het wilsrecht na de beslaglegging zou kunnen worden gebruikt.

 

Het Gerechtshof was al eerder van mening dat het antwoord op de vraag of dat beslag op privé-opnames gold moest worden onderscheiden van het kredietruimte-arrest, omdat de privé-opnames van de vennoot voortvloeiden uit hun rechtsverhouding die ten tijde van het beslag al bestond.

 

In de loop van deze rechtsverhouding gedane privé-opnames vallen dan ook onder het beslag, zo had het Gerechtshof geoordeeld. Die situatie was niet vergelijkbaar met het kredietruimte-arrest. In dat laatste arrest ging het om een bank-cliëntrelatie, waarbij een verbintenis tot uitbetaling van een bedrag uit de kredietfaciliteit pas ontstond wanneer de cliënt van zijn bevoegdheid tot gebruik daarvan maakte.

 

Onttrekkingen uit de vennootschap onder firma zijn daarentegen meer vergelijkbaar met toekomstige loonbetalingen die een werkgever doet aan een werknemer, welke betalingen in een derdenbeslag onder de werkgever zijn gegrepen.

 

De Hoge Raad is het met het Gerechtshof eens. De uitleg van het Gerechtshof van bovengenoemde bepaling uit de vennootschapsakte is feitelijk en niet onbegrijpelijk. Ook geeft, aldus de Hoge Raad, het oordeel van het Gerechtshof geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting.

 

Kort en goed: ook de privé-opnames werden, anders dan de firmant hoopte, door het beslag gegrepen.