Niet verlengen van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van een zwangere werkneemster: werkgev...

Niet verlengen van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van een zwangere werkneemster: werkgever pas op

Ongelijke behandeling van werknemers is op grond van verschillende wetten uit den boze.

 

Onderscheid maken bijvoorbeeld naar geslacht, godsdienst, levensovertuiging, ras, nationaliteit, chronische ziekte, handicap en leeftijd mag niet. Maar mag een werkgever een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet verlengen indien de werkneemster zwanger is?

 

Volgens de letter van de wet is dit afhankelijk van welke reden de werkgever heeft voor het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst. Bij de tegenwoordig verplichte aanzegging is het dan ook zaak de juiste formulering te kiezen. Indien namelijk achteraf een rechter zou vaststellen dat sprake is van verboden onderscheid, dan heeft dat vergaande gevolgen.

 

Dit blijkt uit bijvoorbeeld de uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant van 30 januari 2020 (ECLI:NL:RBOBR:2020:507).

 

Wat was het geval?

 

De werkneemster trad op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd op 1 november 2017 in dienst bij een stichting. Na een half jaar verlengde de stichting haar arbeidsovereenkomst voor de duur van één jaar. In september 2018 bleek de werkneemster zwanger. Kort daarna meldde de werkneemster zich ziek. Begin 2019 gaf de stichting vervolgens de werkneemster te kennen dat haar tweede arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet zou worden verlengd.

 

De werkgever legde het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst schriftelijk in een zogenaamd reflectieformulier vast. In dat reflectieformulier stond onder meer dat de werkneemster bij een nieuwe contractsverlenging van vijf maanden voor een groot deel in haar zwangerschaps- en bevallingsverlof zou zitten.

 

De werkneemster is van mening dat haar onrecht aangedaan wordt en betrekt de stichting in rechte.

 

De kantonrechter oordeelt vervolgens dat de tekst van het reflectieformulier duidelijk is. De aanzegging had expliciet betrekking op de zwangerschap van de werkneemster. De kantonrechter is dan ook van mening dat de stichting ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door verboden onderscheid te maken tussen mannen en vrouwen. Daarbij heeft de stichting het grondrecht op gelijke behandeling van mannen en vrouwen, dat een essentieel Europees karakter heeft, geschonden. Daarbij laat de kantonrechter meespelen dat een verboden onderscheid vanwege zwangerschap met name personen treft die een extra zwakke positie op de arbeidsmarkt bekleden.

 

De kantonrechter veroordeelt de werkgever dan ook tot een billijke vergoeding, waarbij de rechter rekening houdt met de component gederfd loon, nu de werkneemster vanwege het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst inkomsten misloopt.

 

Had de stichting bij het niet verlengen andere omstandigheden naar voren gebracht, zoals bijvoorbeeld het disfunctioneren, en met geen woord gerept over de zwangerschap in het reflectieformulier, dan was de uitkomst wellicht een andere geweest.

 

Kies bij tekst en uitleg waarom niet verlengd wordt dan ook de woorden zorgvuldig, zo luidt de les uit deze uitspraak.