De voorzieningenrechter van de Rechtbank
Midden-Nederland heeft op 13 januari 2021 (ECLI:NL:RBMNE:2021:51) geoordeeld
dat een chauffeur/bezorger van een banketbakkerij, die weigert om een mondkapje
te dragen, pas weer zijn werkzaamheden mag verrichten indien hij de instructie
een mondkapje te dragen opvolgt. Tot die tijd mag de bakkerij betaling van zijn
loon opschorten.
Wat was het geval?
De chauffeur/bezorger werkte sinds 2014
voor de bakkerij. Daarbij brengt hij goederen rond tussen verschillende
vestigingen, bezorgt hij bij afnemers en haalt hij spullen op bij leveranciers.
Op 13 oktober 2020 laat de bakkerij al
haar personeel weten dat vanaf dat moment een mondkapje dragen op het werk
verplicht is. De chauffeur/bezorger weigerde dat echter, waarna de bakkerij
kenbaar maakte dat hij, zolang hij geen mondkapje draagt, niet welkom is. Ook
stopte de bakkerij met betaling van zijn loon.
De chauffeur/bezorger was het daarmee
niet eens en verzocht de voorzieningenrechter te bepalen dat de bakkerij
juridisch een scheve schaats rijdt. Volgens de chauffeur/bezorger bezorgt het
dragen van een mondkapje hem veel hinder tijdens zijn werk en kon hij bij het
vervullen van zijn werkzaamheden prima anderhalve meter of meer afstand houden.
De voorzieningenrechter is het echter
met de bakkerij eens en de chauffeur/bezorger krijgt de spreekwoordelijke
deksel op zijn neus.
Juridisch kader
De bakkerij beriep zich op haar
instructierecht, waarin staat dat de werknemer zich moet houden aan de
voorschriften die de werkgever (in redelijkheid) opstelt. De
voorzieningenrechter is van mening dat het dragen van een mondkapje gedurende
de coronapandemie aan de veiligheid en gezondheid kan bijdragen.
Nu de bakkerij als werkgever de
individuele belangen van de medewerkers dient te beschermen door te zorgen voor
een gezonde en veilige werkomgeving, is de voorzieningenrechter van mening dat
de bakkerij haar medewerkers inderdaad kan verplichten een mondkapje te dragen.
Daarnaast heeft de werkgever een
bedrijfsbelang, omdat bij ziekte of quarantaine medewerkers in beginsel
doorbetaald moeten worden. Ook daarbij kan het dragen van een mondkapje helpen.
Van onoirbaar onderscheid tussen
verschillende functie is de voorzieningenrechter niet gebleken.
Conclusie:
Een mondkapjesmaatregel kan alleen
effectief zijn als iedereen zich eraan houdt. De bakkerij mag dan ook, indien
een werknemer weigert, betaling van het loon over de periode dat de werknemer
weigert een mondkapje te dragen opschorten.