Kwade trouw ontvanger van een betaling, geen ingebrekestelling nodig, rente meteen verschuldigd De H...
Website     |     Nieuws     |     Contact

Kwade trouw ontvanger van een betaling, geen ingebrekestelling nodig

Telefoon
0313 71 20 20

E-mail
info@advocatenkantoor-dka.nl
Website
www.advocatenkantoor-dka.nl

Kwade trouw ontvanger van een betaling, geen ingebrekestelling nodig, rente meteen verschuldigd

De Hoge Raad heeft op 5 april 2019 zich uitgelaten over het juridische begrip kwade trouw zoals bedoeld in artikel 6: 205 BW. Daarvan is pas sprake als de ontvanger wist of vermoedde dat de betaling niet verschuldigd was. De vraag of de ontvanger te kwader trouw was, moet bepaald worden aan de hand van de subjectieve kennis van de ontvanger ten tijde van het ontvangen van de betaling.

 

De juridische kwalificatie van ontvanger te kwader trouw (of niet) is van belang voor het antwoord op de vraag vanaf wanneer de wettelijke rente verschuldigd is.

 

Ondanks het feit dat in eerste instantie wellicht het onderstaande een zeer hoog juridisch gehalte in zich heeft, is de reikwijdte een bedrijfseconomische. Het door de Hoge Raad gebezigde uitgangspunt stimuleert partijen in het economisch verkeer immers oog voor elkaars belangen te hebben en ten onrechte betaalde bedragen op korte termijn terug te storten.

 

Wat was het geval?

 

In 2001 is tussen Dexia en een consument een effectenleaseovereenkomst gesloten. Deze overeenkomst is door de echtgenote van die consument vernietigd, omdat zij geen toestemming had gegeven voor het maken van een dergelijke afspraak. Daarom moet Dexia de door de consument betaalde bedragen terugbetalen. Is Dexia in verzuim met de nakoming van die terugbetalingsverplichting, de zogenaamde ongedaanmakingsverbintenis, dan is zij wettelijke rente over de bedragen verschuldigd.

 

Normaal gesproken is volgens de hoofdregel van artikel 6: 82 lid 1 BW het verzuim ingetreden wanneer de schuldenaar in gebreke wordt gesteld bij schriftelijke aanmaning waarbij aan hem een redelijke termijn voor de nakoming wordt gesteld en nakoming binnen deze termijn uitblijft. Indien Dexia echter ‘te kwader trouw’ was bij de ontvangst van de betalingen, dan begint de wettelijke renteteller te tikken zonder ingebrekestelling.

 

Dexia klaagt in cassatie dat het Gerechtshof heeft miskend dat van kwade trouw in bovengenoemde zin pas sprake is, als Dexia bij ontvangst van de betaling wist of vermoedde dat deze niet verschuldigd was. De Hoge Raad is het met Dexia eens.

 

De Hoge Raad stelt voorop dat van kwade trouw in de zin van artikel 6: 205 BW pas sprake is als de ontvanger wist of vermoedde dat de betaling niet verschuldigd was. Dat moet worden bepaald aan de hand van de subjectieve kennis van de ontvanger ten tijde van de ontvangst van de betaling. Voor kwade trouw is niet voldoende dat de ontvanger (objectief) behoorde te weten dat de betaling niet verschuldigd was. Ook is niet genoeg dat de ontvanger (subjectief) twijfelde over de verschuldigdheid van de betaling.

 

Overigens merkt de Hoge Raad nog op dat van subjectieve kennis (die vereist is voor kwade trouw in bovengenoemde zin) wel sprake kan zijn, voordat de overeenkomst zelf is vernietigd. De omstandigheden waaronder een overeenkomst is aangegaan kunnen de kans op vernietiging zodanig groot maken dat subjectieve kennis van onverschuldigdheid van daaruit voortvloeiende betalingen kan worden aangenomen. Of anders gezegd: indien een partij op haar klompen kan aanvoelen dat ten onrechte is betaald, gaat de renteteller in beginsel tikken op het moment van ontvangst van de betaling. Die betaling moet dan ook per omgaande worden rechtgezet.