Kruislingse verrekening; altijd mogelijk? Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft op 23 januari jl....
Website     |     Nieuws     |     Contact

Kruislingse verrekening; altijd mogelijk?

Telefoon
0313 71 20 20

E-mail
info@advocatenkantoor-dka.nl
Website
www.advocatenkantoor-dka.nl

Kruislingse verrekening; altijd mogelijk?

Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft op 23 januari jl. een uitspraak gedaan over zogenaamde kruislingse verrekening. Kruislingse verrekening is het wegstrepen van een schuld met een vordering op een zustervennootschap van de schuldeiser.

 

In de praktijk komt het regelmatig voor dat afgesproken wordt tussen partijen dat niet verrekend mag worden. Dit verbod op verrekening wordt vaak opgenomen in de algemene voorwaarden. Zelfs in geval van faillissement blijft een dergelijk verrekeningsverbod geldend.

 

In bovengenoemde uitspraak komt het spiegelbeeld aan de orde, een contractuele verruiming van verrekening. Een dergelijke afspraak betekent dat aan het wettelijk verankerde vereiste dat de twee vorderingen tussen dezelfde twee partijen moet bestaan, wordt weggedacht. De vraag die in deze uitspraak aan bod komt, is of een dergelijke verruimde verrekenbevoegdheid ook in faillissement stand houdt.

 

Het antwoord op die vraag luidt volgens het Gerechtshof “nee”. Dit zou namelijk het ten onrechte opzij stellen van het in artikel 53 Faillissementswet verankerde vereiste, dat de schuldenaar tevens de schuldeiser van de gefailleerde moet zijn om zich op verrekening te kunnen beroepen. Een ander oordeel zou, aldus het Gerechtshof, ten koste gaan van de gerechtvaardigde belangen van de andere schuldeisers van de gefailleerde vennootschap. Deze uitspraak is in lijn met een arrest van de Hoge Raad uit 1999, waarin de Ontvanger van de Belastingen een beroep deed op artikel 24 van de Invorderingswet 1990. In dat artikel is in beginsel de bevoegdheid gegeven tot kruislingse verrekening van (in dat geval) een belastingteruggave aan de moedermaatschappij met een belastingschuld van een dochtervennootschap. De Hoge Raad was toen van mening dat verrekening ook niet mogelijk is.

 

Kort en goed: volgens het Gerechtshof is het soms toch niet mogelijk een beroep op een ruime verrekenafspraak te doen en moest de schuldenaar ‘gewoon’ betalen.