De Rechtbank Rotterdam heeft bij vonnis
van 16 april 2021 (ECLI:NL:RBROT:2021:3842) beslist dat het tijdens een
videoconferencing-gesprek kenbaar maken dat een tijdelijke arbeidsovereenkomst
niet zal worden verlengd, onvoldoende is om aan de aanzegplicht te voldoen.
Artikel 7:668 BW brengt voor de
werkgever de verplichting met zich minimaal een maand voordat een
arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zou eindigen de werknemer schriftelijk
te informeren over het al dan niet voortzetten van die overeenkomst. Dit is slechts
anders indien bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst schriftelijk is
afgesproken dat deze eindigt op een tijdstip dat niet op een kalenderdatum is
gesteld of de overeenkomst is aangegaan voor een periode korter dan zes
maanden.
De vraag die bij bovengenoemde uitspraak
partijen verdeeld hield was in hoeverre het via Teams kenbaar maken dat de
arbeidsovereenkomst niet zou worden voortgezet, afdoende de lading dekt. De
Rechtbank Rotterdam vindt bij bovengenoemde uitspraak van niet. De Rechtbank veroordeelt
de werkgever dan ook tot een aanzegboete. De verschuldigdheid daarvan was
volgens de rechter naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet
onaanvaardbaar.
Het standpunt van de werkgever dat de
werknemer ruim op tijd precies wist waar hij aan toe was, volgens de werkgever
in bovengenoemde uitspraak de bedoeling van bovengenoemde wettelijke bepaling.
Dit zeker nu tijdens de mondelinge mededeling de werknemer overstuur daarop had
gereageerd. De werknemer verwijst naar de wettekst. Een mondelinge aanzegging
is volgens de werknemer niet afdoende.
De rechter is onverbiddelijk. Het enkele
feit dat geen schriftelijke aanzegging heeft plaatsgevonden is in principe
voldoende om aanspraak te kunnen maken op de aanzegvergoeding. De wetgever
heeft in bovengenoemd artikel, dat van dwingend recht is, partijen kunnen daar
dus niet in onderling overleg van afwijken, bewust het vereiste van de
schriftelijke aanzegging gesteld.
Kort en goed: de (hoofd)regel is dat het
aanzeggen dat de overeenkomst voor bepaalde tijd met een werknemer niet zal
worden verlengd, dient minimaal een maand voor het einde schriftelijk plaats te
vinden.