Gebrekkige projectadministratie: voer voor discussie Een rechtspersoon is verplicht een administrati...
Website     |     Nieuws     |     Contact

Gebrekkige projectadministratie: voer voor discussie

Telefoon
0313 71 20 20

E-mail
info@advocatenkantoor-dka.nl
Website
www.advocatenkantoor-dka.nl

Gebrekkige projectadministratie: voer voor discussie

Een rechtspersoon is verplicht een administratie te voeren en te bewaren. Indien het bestuur niet aan deze verplichting voldoet, net als bijvoorbeeld het niet tijdig publiceren van de jaarrekening, vervult zij de bestuurstaak onbehoorlijk. In geval van faillissement wordt vermoed dat dat ‘handelen’ (lees: nalaten) een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Indien dat bewijsvermoeden niet kan worden ontkracht, brengt dat met zich dat het bestuur aansprakelijk kan worden gehouden voor niet betaalde schulden.

 

Rechtspraak rond de eisen die aan het voeren van een deugdelijke projectadministratie worden gesteld, is schaars. De Rechtbank Rotterdam heeft op 20 januari 2021 (ECLI:NL:RBROT:2021:627) bestuurders met de schrik vrij laten komen over een situatie waarbij een gefailleerd bedrijf niet zelf kon beschikken over projectadministratie, omdat die in het bezit was van een onderaannemer. De curator was in dat geval van mening dat de bestuurders van het gefailleerde bedrijf om die reden aansprakelijk waren voor het faillissementstekort.

 

De onderaannemer hield de projectadministratie vanwege een betalingsachterstand achter. As gevolg daarvan had de curator niet snel de financiële toestand van de vennootschap in beeld.

 

De curator was vervolgens van mening dat de aard van de uit te voeren installatiewerkzaamheden met zich zou brengen, zeker gezien de complexiteit van installaties, rekening gehouden had moeten worden met meer- en minderwerk, dat echter bij de aannemer zelf onvoldoende in beeld was.

 

De Rechtbank was het met de curator oneens.

 

Daarbij stelde de Rechtbank voorop dat het installatiebedrijf beschikte over saldilijsten en kolommenbalansen die op zichzelf snel en gedetailleerd inzicht verschaften in de rechten en verplichtingen van de onderneming. Het enkele feit, aldus deze lagere rechter, dat de urenadministratie zich niet bij het installatiebedrijf, maar bij een onderaannemer bevindt, bracht in deze zaak niet met zich dat het installatiebedrijf is tekort geschoten in de administratieplicht. De bestuurders waren, aldus de rechter, voor het tekort dan ook niet aansprakelijk.

 

Toch is voorzichtigheid op zijn plaats. Per 1 juli 2022 zal een gewijzigde omgevingswet worden ingevoerd. Met die operatie wordt tevens het Burgerlijk Wetboek, titel Aanneming van werk, aangepast. Er komt een nieuw artikel 7: 757a BW, waarbij het zogenoemde opleverdossier wordt geïntroduceerd, daar waar het om aanneming van een bouwwerk handelt. Dat dossier bevat gegevens en bescheiden die volledig inzicht geven in de nakoming van de overeenkomst door de realiserende partij.

 

Een tweede wettelijke noviteit wordt gevonden in artikel 7: 758 BW, waaraan een vierde lid wordt toegevoegd. Het betreft een omkering van de bewijslast waarbij de aannemer van een bouwwerk aansprakelijk is voor gebreken die bij de oplevering niet zijn ontdekt, tenzij die gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen.

 

In de relatie tot een consument-opdrachtgever is sprake van dwingend recht.

 

Met bovengenoemde nieuwe wet neemt het belang van een deugdelijke projectadministratie toe. Het zou dan zomaar zo kunnen zijn dat een bestuurder, indien deze niet de beschikking heeft over het wettelijk voorgeschreven opleverdossier, in een soortgelijk geval als nu aan de Rechtbank Rotterdam voorgelegd, een anders oordelende rechter op zijn pad zal vinden.

 

Kort en goed: zeker vanaf 1 juli 2022 dient een zichzelf respecterende aannemer, waaronder ook een installatiebedrijf wordt verstaan, te zorgen voor een deugdelijk (oplever)dossier en projectadministratie.