Eind 2017 gaat een consument met
Hypotheekvisie Utrecht Nachtegaal voor een hypotheekadvies in zee. Die hypotheekadviseur
is op dat moment franchisenemer bij de franchiseorganisatie Hypotheekvisie
Centrale en opereert onder de AFM-vergunning van die franchisegever.
Met hulp van de hypotheekadviseur wordt
begin 2018 een hypothecaire lening afgesloten. De geldverstrekker eist begin
2020 het op grond van die lening verschuldigde op, waardoor de consument schade
meent te lijden. Die schade wil hij verhalen op de hypotheekadviseur, die hem
niet juist zou hebben geadviseerd. De betrokken hypotheekadviseur is echter op
dat moment onvindbaar en blijkt geen franchisenemer van bovengenoemde franchisegever
meer te zijn.
Nu de franchisenemer onder de paraplu
van de AFM-vergunning van bovengenoemde franchisegever zijn diensten aanbod,
meent de consument dat ook de franchisegever de door hem geleden schade zou
dienen te vergoeden.
Het KiFiD is het daarmee niet eens.
De financieel adviseur in kwestie
werkte, als afzonderlijke vestiging van de franchiseorganisatie, voor eigen
rekening en risico. Volgens het KiFiD staat dan ook vast dat de consument een
advies heeft gevraagd bij de franchisenemer, en niet bij de franchisegever. Met
de franchisenemer is de consument een overeenkomst aangegaan.
De franchisegever is tegenover derden
niet aansprakelijk voor het handelen of nalaten van haar vestigingen, zo
oordeelt het KiFiD. Dat onder één AFM-vergunning wordt opgetreden betekent
volgens het KiFiD niet dat de franchisegever civielrechtelijk aansprakelijk kan
worden gesteld voor het doen of laten van een franchisenemer.
De geschillencommissie van het KiFiD is
van mening dat de Wet op het financieel Toezicht (Wft) voorschrijft dat de
franchisegever moet zorgen dat de franchisenemer(s) de vergunningsplichten en
-eisen en de meldingsplichten van die wet naleeft. Die gedragsvoorschriften
gaan niet over de verantwoordelijkheid voor individuele adviezen, waarbij de
franchisegever niet betrokken was, zo oordeelt de geschillencommissie.
Kort en goed: de consument staat door
deze uitspraak van het KiFiD jegens de franchisegever met lege handen.
Overigens was deze uitspraak niet
bindend. De consument kan zijn zaak nog voorleggen aan de civiele rechter. Of
de consument dat zal doen of gedaan heeft onttrekt zich aan mijn waarneming.