Indien een werknemer zich vaak voor slechts een korte periode ziek
meldt, levert dit vaak organisatorische problemen op. Vergelijke een horloge
waarvan een van de raderen een aantal tandjes mist, dat loopt ook vaak niet op
tijd. Om gek van te worden.
Wat te doen?
Een bedrijfsarts wordt meestal niet meteen ingeschakeld als een
werknemer maar een paar dagen ziek is. Het is dan ook niet eenvoudig om de
vinger aan de pols te houden bij veel korte ziekmeldingen. Een zieke werknemer
wordt op grond van de wet vergaand beschermd. Een ontslaggrond frequent
ziekteverzuim is dan ook nog nooit reden voor een rechtsgeldig gegeven ontslag
geweest. Daarvoor moet het ziekteverzuim namelijk onaanvaardbaar zijn voor de
bedrijfsvoering. Dit is een juridisch zeer hoge drempel die, zeker bij grote
bedrijven, niet gehaald zal worden. Wat dan te doen?
Recentelijk heeft de Rechtbank Rotterdam een arbeidsovereenkomst
beëindigd op grond van de zogenaamde G-grond, een verstoorde verhouding. In het
kort was de casus als volgt.
Een caissière was sinds 2019 in dienst bij een grote supermarkt. Haar
werkgever stelde aan de orde haar hoge ziekteverzuim. Zo was zij bijvoorbeeld
in de periode april tot en met december 2017 39% van de tijd wegens ziekte niet
aanwezig. Toen de werkgever haar berichtte haar te willen laten toetsen door
een bedrijfsarts, een gebruikelijke reactie, nam het ziekteverzuim toe. Telkens
als de werkneemster zich ziek meldde, werd een afspraak met de arbo-arts gemaakt.
Kort voor de afspraak met de bedrijfsarts hervatte de caissière haar
werkzaamheden weer. Vervolgens gaf zij aan dat zij het nut van een gesprek met
de bedrijfsarts als zij weer beter was niet inzag. In de periode januari – juni
2018 meldde de caissière zich voor 28 van de 31 ingeroosterde diensten ziek
(!). Nadat de supermarkt haar had gewaarschuwd volgde een loonsanctie en, omdat
de situatie in de visie van de supermarkt onwerkbaar was, volgde een
gerechtelijke procedure waarbij de rechter werd gevraagd de arbeidsovereenkomst
te beëindigen.
Die rechter oordeelde vervolgens dat daadwerkelijk van een zodanig
verstoorde arbeidsverhouding sprake was, dat van de supermarkt in redelijkheid
niet gevergd kon worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De
kantonrechter beëindigde dan ook de arbeidsovereenkomst. Overigens wijst die
zelfde rechter, nu deze van oordeel is dat het eindigen van de
arbeidsovereenkomst niet het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of
nalaten van de werknemer, welk de gebruikelijke transitievergoeding aan de
werknemer toe.
Door de houding van deze caissière, door zich steeds ziek en weer beter
te melden en zich vervolgens op het standpunt te stellen dat zij de
bedrijfsarts niet behoefde te bezoeken, had zij een beoordeling van die
bedrijfsarts gefrustreerd. Ook haar zeer formele (juridisch getinte)
grondhouding paste in de visie van deze rechter niet. De caissière had dan ook
haar eigen glazen ingegooid.
Het ziek zijn ‘sec’ was (dus) geen reden tot het beëindigen van de arbeidsovereenkomst.
Het patroon en de handelwijze van de caissière bleken dat wel te zijn. Het op
de juiste wijze ‘inkleuren’ van de verstoorde arbeidsrelatie en de
dossieropbouw ter zake is dus de sleutel tot ‘succes’.
Vragen? Bel of mail dan met Advocatenkantoor DKA.