Een pandrecht op software: een weerbarstig thema Software wordt door een auteursrecht beschermd. Dit...
Website     |     Nieuws     |     Contact

Een pandrecht op software: een weerbarstig thema

Telefoon
0313 71 20 20

E-mail
info@advocatenkantoor-dka.nl
Website
www.advocatenkantoor-dka.nl

Een pandrecht op software: een weerbarstig thema

Software wordt door een auteursrecht beschermd. Dit geeft de rechthebbende het zogenaamde exclusieve recht op het gebruik en exploitatie daarvan. Op een auteursrecht kan een zekerheidsrecht gevestigd worden ten behoeve van schuldeisers, het zogenaamde pandrecht. Hoe een dergelijk pandrecht op software en toekomstige versies daarvan gevestigd dient te worden was het voor de Rechtbank Amsterdam door mr. F.F. Schepel in zijn hoedanigheid van curator voorgelegde geschil met de ING Bank daarover. Die bank meende een geldig pandrecht te hebben gevestigd op het auteursrecht van een door haar gefinancierde, later gefailleerde, vennootschap ontwikkelde software.

 

Een pandrecht kan slechts ontstaan als voldoende bepaald, althans voldoende bepaalbaar is waarop het pandrecht wordt gevestigd. De ING Bank beriep zich daarbij op de omschrijving van het pandrecht in de pandakte, te weten dat dit pandrecht is gevestigd op ‘huidige en toekomstige bedrijfsactiva’. De curator is van oordeel dat dat pandrecht niet tot stand is gekomen omdat de omschrijving in de pandakte onvoldoende bepaald, althans onvoldoende bepaalbaar is. De Rechtbank is het met de curator eens.

 

De Rechtbank oordeelt daarbij als volgt:

“De rechtbank oordeelt als volgt: de categorie ‘goederen’ is de meest algemene aanduiding die de wet kent, en omvat zaken (zowel roerende al onroerende zaken) en vermogensrechten. En pandrecht is slechts mogelijk op bepaalde categorieën goederen, te weten roerende zaken en rechten die geen registergoed zijn. Op onroerende zaken en overige registergoederen kan geen pandrecht maar een hypotheekrecht worden gevestigd. Alleen al hierom voldoet de omschrijving van het pandrecht in een pandakte die inhoudt dat het pandrecht wordt gevestigd op ‘alle huidige en toekomstige bedrijfsactiva’, waaronder wordt verstaan ‘alle tot het bedrijf van de pandgever behorende goederen’ niet aan de vereiste bepaalbaarheid. Onder die omschrijving vallen immers ook goederen waarop geen pandrecht mogelijk is. Bovendien zou ook een omschrijving die met bovenstaand wettelijk systeem rekening houdt (door als omschrijving te kiezen: alle roerende zaken en vermogensrechten voor zover deze geen registergoederen zijn) niet voldoen aan het bepaalbaarheidsvereiste.”

 

De Rechtbank is van mening dat de verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 20 september 2002 (Mulder q.q. / Rabobank) niet opgaat, omdat in dat oordeel van de Hoge Raad het echter wel om een pandakte ging waarin niet een pandrecht is gevestigd op ‘alle goederen’, maar op een specifieke categorie goederen, te weten vorderingen op derden. Deze worden er bovendien door gekenmerkt dat hun bestaan en omvang uit de administratie kan worden afgeleid. Dat behoeft echter niet voor ‘alle goederen’ (of ‘alle roerende zaken en alle vermogensrechten voor zover die geen registergoederen zijn’) te gelden, zoals ook blijkt uit de in de pandakte van de ING Bank genoemde voorbeelden: cliëntenbestanden en goodwill. Cliëntenbestanden staan immers in het algemeen niet op de balans, net zoals goodwill dit niet doet.

 

Ook in het door de Rechtbank Amsterdam beslechte geval ging het om een auteursrecht dat niet op de balans was vermeld.

 

Kort en goed: de ING Bank ziet haar pandrecht als sneeuw voor de zon verdwijnen.

 

Deze uitspraak heeft dan ok een bom gelegd onder de praktijk van menig bank. De vraag is of de banken hun pandakte zullen moeten aanpassen. Het gemakkelijkste antwoord en het advies luidt: “ja”. De vraag of dit in de praktijk echter werkt zal dan al snel worden gesteld. Op grond van deze uitspraak is het immers aan te raden om in de titel van de pandakte het object zo voldoende mogelijk bepaalbaar te omschrijven of een voldoende concrete omschrijving in de pandakte of pandlijst op te nemen om de desbetreffende auteursrechten op software te omschrijven. Zo min mogelijk vaag zijn, maar zo concreet mogelijk de software benoemen, luidt dan ook het devies. Hier zal dan ook ongetwijfeld nog niet het laatste woord over zijn gezegd (en geschreven). Op deze uitspraak is namelijk wel het nodige af te dingen. Naar alle waarschijnlijkheid zal de ING Bank het hierbij niet laten zitten.