Bodemverhuurconstructie Uit de oude doos: mag een pandhouder bij een huurconstructie verschuldigde h...
Website     |     Nieuws     |     Contact

Bodemverhuurconstructie

Telefoon
0313 71 20 20

E-mail
info@advocatenkantoor-dka.nl
Website
www.advocatenkantoor-dka.nl

Bodemverhuurconstructie

Uit de oude doos: mag een pandhouder bij een huurconstructie verschuldigde huur verrekenen of niet?

 

Sinds 2013, toen artikel 22bis Invorderingswet werd ingevoerd, was het toepassen van een bodemverhuurconstructie met als doel dat de pandhouder daadwerkelijk zijn recht op verhaal op de verpande (inventaris)zaken kon uitoefenen niet ongebruikelijk. Tegenwoordig wordt die constructie nauwelijks meer in de praktijk toegepast, nu bovengenoemd wetsartikel met zich brengt, kort gezegd, dat de pandhouder de Belastingdienst voorafgaande aan het toepassen van een dergelijke constructie dient te informeren. Doet de pandhouder dat niet, dan kan de Belastingdienst aanspraak maken op de waarde van deze goederen.

 

Bij een bodemverhuurconstructie huurt de pandhouder de bedrijfsruimte vaak van zijn eigen schuldenaar, om zijn stil pandrecht op de roerende inventariszaken van de schuldenaar in de bedrijfsruimte te kunnen omzetten naar een vuistpand zonder dat het bodemrecht van de fiscus kan worden tegengeworpen.

 

Ondanks het feit dat dergelijke constructies (dus) weinig meer voorkomen, heeft de Hoge Raad bij zijn arrest van 21 juni jl. geoordeeld dat gelet op de karakteristieken van de bodemverhuurconstructie de pandhouder toch de mogelijkheid heeft de uit de overeenkomst verschuldigde huur te verrekenen met de openstaande vordering waarvoor het pandrecht door de pandhouder is bedongen. Dit levert aldus de Hoge Raad geen onaanvaardbare doorbreking van de gelijkheid van schuldeisers op zoals bijvoorbeeld in het arrest Tiethoff q.q. / NMB. De verhuur is namelijk naar haar aard voor korte tijd, met slechts als doel dat de pandhouder daadwerkelijk zijn recht op verhaal op de verpande zaken kan uitoefenen, en is dan ook slechts bedoeld voor de periode die daarvoor nodig is. Daarna kan de huur worden beëindigd.

 

Kortom: een curator ziet door dit arrest pogingen om via het incasseren van huur boedelactief ‘te genereren’ teniet gaan.