Bestuurder aansprakelijk bij aanvragen eigen faillissement? Op 21 december 2018 oordeelde de Hoge Ra...
Website     |     Nieuws     |     Contact

Bestuurder aansprakelijk bij aanvragen eigen faillissement?

Telefoon
0313 71 20 20

E-mail
info@advocatenkantoor-dka.nl
Website
www.advocatenkantoor-dka.nl

Bestuurder aansprakelijk bij aanvragen eigen faillissement?

Op 21 december 2018 oordeelde de Hoge Raad over een zaak, waarbij het draaide om de vennootschap GeoCopter B.V., die zich bezighield met de ontwikkeling, productie en verkoop van onbemande helicopters.

 

Deze vennootschap kwam in zwaar weer terecht. Tussen enkele participanten en de bestuurder heeft in 2011 uitgebreid overleg plaatsgevonden over de te volgen werkwijze in verband met deze problemen. Daarbij is gesproken over een aankondiging van een faillissement. Tijdens die vergadering van aandeelhouders hebben de aandeelhouders unaniem aan de bestuurder de goedkeuring verleend om ‘indien dat noodzakelijk zou blijken’ het faillissement van GeoCopter aan te vragen.

 

Die faillissementsaanvraag volgt echter pas twee maanden later. In de tussentijd hebben nog een aantal algemene vergaderingen van aandeelhouders plaatsgevonden en is stilgestaan bij een eventuele aanvullende financiële bijdrage. Uiteindelijk zou – zo is in de faillissementsaanvrage te lezen – het vertrouwen in GeoCopter onvoldoende zijn geweest.

 

De curator stelt vervolgens de bestuurder aansprakelijk voor de door GeoCopter geleden schade op grond van artikel 2: 9 jo. 2: 248 BW. Eerstgenoemd artikel ziet op onbehoorlijke taakvervulling. Het tweede artikel ziet op aansprakelijkheid bij faillissement.

 

De Rechtbank en het Gerechtshof gaven de curator in zijn vordering(en) gelijk. Kort gezegd waren zij van mening dat het faillissement niet zonder nader overleg met de aandeelhouders aangevraagd had mogen worden.

 

De Hoge Raad was van mening dat een schending van artikel 2: 246 BW tot bestuurdersaansprakelijkheid op grond van artikel 2: 248 BW kan leiden. Eerstgenoemd artikel kan onder omstandigheden dienen ter bescherming van de belangen van de gezamenlijke schuldeisers van de gefailleerde vennootschap (en een faillissementsaanvraag in strijd met dat artikel kan kennelijk onbehoorlijk bestuur opleveren).

 

De bestuurder bevindt zich dan ook in een lastige positie. Enerzijds kan een faillissementsaanvraag leiden tot persoonlijke aansprakelijkheid. Anderzijds kan het niet aanvragen van het faillissement terwijl dat aangewezen is, ook leiden tot persoonlijke aansprakelijkheid. Indien bijvoorbeeld tijdens de vereffening van een vennootschap blijkt dat de schulden (vermoedelijk) de baten overstijgen, dan moeten de vereffenaars (vaak de bestuurders) in beginsel het faillissement aanvragen. Ook lastig is het als bestuurder wel het faillissement wil aanvragen, maar de aandeelhouders niet. In een dergelijk geval wordt in de praktijk vaak surseance van betaling aangevraagd, nu daarvoor in beginsel, tenzij de statuten anders bepalen, geen besluit van de aandeelhoudersvergadering noodzakelijk is.

 

Kort en goed: tenzij bij de statuten anders is bepaald, is het bestuur zonder besluit van de vergadering van aandeelhouders daartoe niet bevoegd aangifte te doen tot faillietverklaring van de vennootschap. Indien dat in strijd daarmee toch wordt gedaan kan dat aansprakelijkheid tot gevolg hebben.