De Rechtbank Rotterdam heeft in een
recent gepubliceerde uitspraak (ECLI:NL:RBROT:2020:4674) kenbaar gemaakt dat
een behoorlijke taakvervulling van een bestuurder (in het beslechte geval
tevens enig aandeelhouder) met zich meebrengt dat, voordat hij de onderneming
overdraagt, enig onderzoek had behoren te doen naar de persoon en de
achtergrond van de opvolgende bestuurder. Het door de notaris laten controleren
van de identiteit van die nieuwe bestuurder is in dit kader niet voldoende. De
Rechtbank laat de inhoud en de omvang van het onderzoek dat de oorspronkelijke
bestuurder had behoren te verrichten overigens in het midden. In geval van
faillissement kan onbehoorlijke taakvervulling met zich brengen het
aansprakelijk zijn voor de schulden van de vennootschap (waaronder ook de
kosten van de curator verstaan dienen te worden).
De (gepubliceerde) rechtspraak over de
vraag of en in welke mate een directeur / groot aandeelhouder verplicht is een
dergelijk onderzoek te verrichten is casuïstisch en leidt tot (zeer) wisselende
uitkomsten.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft
recentelijk tweemaal geoordeeld dat sprake zou zijn geweest van kennelijk
onbehoorlijke taakvervulling vanwege het achterwege laten van voldoende
onderzoek naar de koper van de aandelen (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 2
januari 2018, JOR 2018 / 90 m.nt. Scholten en Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 30
oktober 2018 (ECLI:NL:GHARL:2018:9490).
Het Gerechtshof Den Bosch heeft eerder
in dezelfde lijn geoordeeld (Gerechtshof Den Bosch 26 juli 2016, JOR 2017 / 3
m.nt. Van Thiel).
Het Gerechtshof Den Haag is echter
terughoudender met het aannemen van een dergelijke onderzoeksplicht
(Gerechtshof Den Haag 17 oktober 2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:2857, en Gerechtshof
Den Haag 13 maart 2018, JOR 2018 / 119 m.nt. Van Thiel).
Kort en goed: in de rechtspraak is nog
geen eenduidige lijn te zien of op een directeur / groot aandeelhouder een
onderzoeksplicht rust naar de persoon en achtergrond van de beoogde koper en/of
zijn motieven bij de voorgenomen transactie.
Indien echter de vennootschap in
financieel zwaar weer verkeert, is het uitvoeren van een dergelijk onderzoek
teneinde mogelijke aansprakelijkheidsdicussies met een curator bij een
eventueel later faillissement te voorkomen zeer verstandig. Dit onderzoek gaat uitdrukkelijk
verder dan ‘slechts’ de identiteit van de beoogde koper vast te (laten)
stellen.
Zorg als bestuurder ook voor een, bij
voorkeur schriftelijk, antwoord op de vraag hoe de opvolgend bestuurder de
toekomst van de onderneming ziet. Voorkom daarbij ‘luchtfietserij’. Indien
immers de oorspronkelijke bestuurder weet of behoort te weten dat de financiële
eindjes bij de onderneming niet binnen redelijke termijn meer aan elkaar
geknoopt kunnen worden, is het overdragen van het roer als kapitein voer voor
aansprakelijkheidsdiscussies.